Soorten straling Niet-ioniserende straling

Enkele voorbeelden van niet-ioniserende straling zijn zichtbaar licht, radiogolven en microgolven (Infographic: Adriana Vargas/IAEA)
Niet-ioniserende straling is straling met een lagere energie die niet energetisch genoeg is om elektronen los te maken van atomen of moleculen, zowel in materie als in levende organismen. De energie ervan kan die moleculen echter laten trillen en zo warmte produceren. Dit is bijvoorbeeld hoe magnetrons werken.
Voor de meeste mensen vormt niet-ioniserende straling geen gezondheidsrisico. Werknemers die regelmatig in contact komen met bepaalde bronnen van niet-ioniserende straling, hebben echter mogelijk speciale maatregelen nodig om zich te beschermen tegen bijvoorbeeld de geproduceerde hitte.
Andere voorbeelden van niet-ioniserende straling zijn radiogolven en zichtbaar licht. Zichtbaar licht is een soort niet-ioniserende straling die het menselijk oog kan waarnemen. Radiogolven zijn een soort niet-ioniserende straling die onzichtbaar is voor onze ogen en andere zintuigen, maar die wel door traditionele radio's kan worden gedecodeerd.
Ioniserende straling

Enkele voorbeelden van ioniserende straling zijn bepaalde soorten kankerbehandelingen met behulp van gammastralen, röntgenstralen en de straling die vrijkomt bij radioactieve materialen die in kerncentrales worden gebruikt (infographic: Adriana Vargas/IAEA)
Ioniserende straling is een vorm van straling met zoveel energie dat het elektronen van atomen of moleculen kan losmaken. Dit veroorzaakt veranderingen op atomair niveau bij interactie met materie, inclusief levende organismen. Zulke veranderingen gaan meestal gepaard met de productie van ionen (elektrisch geladen atomen of moleculen) – vandaar de term "ioniserende" straling.
In hoge doses kan ioniserende straling cellen of organen in ons lichaam beschadigen of zelfs de dood veroorzaken. Bij correct gebruik, in de juiste doses en met de nodige beschermingsmaatregelen heeft deze straling vele nuttige toepassingen, zoals bij energieproductie, in de industrie, in onderzoek en bij medische diagnostiek en behandeling van diverse ziekten, zoals kanker. Hoewel de regulering van het gebruik van stralingsbronnen en de stralingsbescherming een nationale verantwoordelijkheid zijn, ondersteunt de IAEA wetgevers en toezichthouders via een uitgebreid systeem van internationale veiligheidsnormen dat gericht is op de bescherming van werknemers en patiënten, maar ook van de bevolking en het milieu tegen de mogelijke schadelijke effecten van ioniserende straling.

Niet-ioniserende en ioniserende straling hebben een verschillende golflengte, die direct verband houden met de energie ervan. (Infographic: Adriana Vargas/IAEA).
De wetenschap achter radioactief verval en de resulterende straling

Het proces waarbij een radioactief atoom stabieler wordt door deeltjes en energie af te geven, wordt 'radioactief verval' genoemd. (Infographic: Adriana Vargas/IAEA)
Ioniserende straling kan bijvoorbeeld afkomstig zijn van:onstabiele (radioactieve) atomenterwijl ze overgaan naar een stabielere toestand en daarbij energie vrijgeven.
De meeste atomen op aarde zijn stabiel, voornamelijk dankzij een evenwichtige en stabiele samenstelling van deeltjes (neutronen en protonen) in hun kern. Bij sommige soorten onstabiele atomen zorgt de samenstelling van het aantal protonen en neutronen in hun kern er echter voor dat ze die deeltjes niet bij elkaar kunnen houden. Zulke onstabiele atomen worden "radioactieve atomen" genoemd. Wanneer radioactieve atomen vervallen, komt er energie vrij in de vorm van ioniserende straling (bijvoorbeeld alfadeeltjes, bètadeeltjes, gammastraling of neutronen). Deze straling kan, mits veilig opgevangen en gebruikt, verschillende voordelen opleveren.
Plaatsingstijd: 11-11-2022